-
Foto's
-
Beschrijving
-
Op de kaart
-
Andere nuttige informatie
<
>
Zillertal
Wie het 45 km lange Zillertal binnenkomt zal meteen zien hoe ruim dit grootste zijdal van de Inn is. De dalbodem is overdekt met weidegrond, waar de koeien grazen voordat ze naar de hogere alpenweiden worden gebracht (Almaufrieb). Donkergroene, smalle stroken dennenbos vormen een blokpatroon op de lichtgroene, met alpenweiden bedekte berghellingen. Die hellingen lopen langzaam op en gaan over in beboste toppen met arven aan de boomgrens, waar de witte sneeuwpieken van de Alpen nog net boven uitsteken. In dat groene tapijt liggen tot bijna boven aan de hellingen de oplichtende heldere kleur van een kapel of kerk.
Aan die grootse alpiene wereld heeft het Zillertal met het gezelligheidscentrum Mayrhofen een groot deel van zijn bekendheid te danken. Waaiervormig strekken de Zillertaler Gründe zich in de bergwereld uit. Het zijn korte, kloofachtige eindvertakkingen in het domein van de eeuwige sneeuw, de gletsjers en de Dreitausenders. Die Gründe zijn gegrift in de bergen van de Zillertaler Alpen, die deel uitmaken van de Centrale Alpen.
Er zijn twee takken te onderscheiden: de Zillertaler Hauptkamm, waarover de Oostenrijks/Italiaanse grens loopt, met als hoogste top de Hochfeiler (3.509 m), en de Tuxer Hauptkamm, die zich van Mayrhofen naar de Brenner in het zuidwesten uitstrekt en culmineert in de Olperer (3.476 m). Van beide ketens bestaat de kern uit gneis en zijn de toppen overdekt met de ijzingwekkende pracht van gletsjers, die in deze streken geen ‘Ferner’ maar ‘Kees’ heten. De vooralpen aan de noordkant van deze hoofdkam bestaan uit het veel sterker door erosie aangetaste leisteen, dat rijk is aan mineralen en bodemschatten. Tot deze leisteengroep behoren de bergen rond Mayrhofen, het Tuxertal en het Gerlostal. De leisteensoort van de Tuxer Voralpe, het gesteente van het gebergte dat zich tussen Fügen en Zell am Ziller in westelijke richting uitstrekt, bestaat uit kwartsfylliet. De leisteenbergen hebben een vruchtbare bodem, hetgeen tot uiting komt in de tot aan de kammen reikende almen. Onder die mooie, uitgestrekte almen aan het begin van het dal gaan grauwe rotsen schuil, die tot de oudste steenlagen van Tirol behoren en Grauwacke worden genoemd. Bekend zijn de ruwe edelstenen (vooral granaat en amethist), die vanouds door de bevolking verzameld en verhandeld worden. Een bekende vindplaats van granaat ligt bij de Berlinerhütte aan het eind van de Zemmgrund.
Van Jenbach in het Inntal spoort een van 1902 daterend stoomtreintje, Zillertalbahn, door het dal naar Mayrhofen. Enkele malen per dag trekt de zware locomotief zijn rode wagons door het groene landschap. Tussen Mayrhofen en Zell am Ziller rijdt bovendien een miniatuurtrein, die door (betalende) amateurmachinisten bediend kan worden; de andere liefhebbers kunnen de reis meemaken in twee oude spoorrijtuigen.
Over de hellingen en door de bossen aan de westzijde van het Zillertal loopt de Zillertaler Höhenstrasse of Hochamenstrasse. De benaming Hochalmenstrasse verraadt reeds dat de weg de ene bergalm met de andere verbindt, en dat over een afstand van zo’n 50 km van Ried/Kaltenbach tot aan Hippach. Het is een (tol)weg die wel de nodige ervaring in het bergrijden vereist.
Het Gerlostal -zijdal van het Zillertal- is een bekoorlijk dal, dat echter in tegenstelling tot het Zillertal bestaat uit steile, deels beboste hellingen. Het ligt ingeklemd tussen de Kitzbühler Alpen (noordelijk) en de Zillertaler Alpen (zuidelijk). Er is maar net genoeg plaats voor weg, rivier, meer of een enkel gehucht. Het dal voert naar het grote stuwmeer Durlassboden en de Gerlospas op de grens met de Pinzgau in het Salzburgerland waar de beroemde drietrapswaterval van Krimml de hoogste van de Oost-Alpen is.
Binnen het Zillertal heeft het Tuxertal de sterkste toeristische ontwikkeling doorgemaakt. Het is het meest toegankelijke zijdal en bijna het gehele jaar door voert de Gletscherbahn de skiër naar de ijs- en sneeuwwereld onder de Gefrorene Wand. Als zodanig is het een grote trekpleister waar duizenden hun zomer- of wintervakantie komen doorbrengen in de dorpen Finkenberg, Vorderlanersbach, Lanersbach en Hintertux. Het Tuxertal ligt gevangen tussen de Tuxer Hauptkamm in het zuiden en de Tuxer Alpen in het noorden. Van de eerste bergreeks is de Olperer (3.476 m) de hoogste top, van de tweede de Lizumer Reckner (2.884 m). Door het dal stroomt de Tuxbach met zijn watervallen.
Zillertal tussen Inntal en Zell am Ziller
De eerste dorpen van het Zillertal liggen vlak langs de weg en de spoorlijn. Het kleine Strass ligt nog op de vlakte van het Inntal. In Uderns ten zuiden van Fügen bevindt zich het centrale informatiebureau over het Zillertal, daar is ook de Zillertaler Gästezeitung te krijgen met alle informatie over het Zillertal. Aan de overzijde ligt boven de rivier het rustige Bruck (560 m, 650 inw.), vanuit het Inntal te bereiken evenals vanuit het volgende dorp Schlitters. Schlitters (541 m; 800 inw.) blijft van het doorgaande verkeer verschoond omdat de hoofdweg er omheen gaat. In de bossen boven het dorp ligt de waterval van Oxelbach.
Het statige Fügen (545 m; 2.350 inw.) noemt zich graag het mooist gelegen dorp van het Zillertal. Hiervandaan heeft u uitzicht diep het Zillertal in. Het dorp concentreert zich rond de slankgespitste Maria Himmelfahrtskirche, de belangrijkste gotische kerk van het dal. In het interieur bevinden zich nog 13de-eeuwse fresco’s. Tussen het barokke houtsnijwerk staan werkstukken van Frans Xaver Nissl (1732-1804).
In het Gemeindezentrum wordt het orgel uit het Damenstift van Hall in Tirol, dat door de toen 16-jarige Amadeus Mozart bespeeld is tijdens zijn tournee door Tirol, met zorg bewaard. In het Heimatmuseum zijn mineralen, gereedschappen en allerlei huisraad tentoongesteld. In het bos boven Fügen gaat nog een kerkje schuil, de barokke achthoekige Marienbergkapelle (1721; kwartier lopen).
Verder naar het zuiden ligt aan de bosrand boven het dorpje Kapfing de bedevaartskerk St. Pankraz (eind 15de eeuw; ook hier beeldhouwwerk van Nissl). Alleen al om het mooie uitzicht is de wandeling erheen de moeite waard. Lekker wandelen is ook in de bossen en de weiden van Fügenberg (6 km), aan de westkant boven Fügen, waar een hotel, Gasthöfe en pension voor gasten openstaan. Datzelfde geldt voor het dieper de bergen in liggende Hochfügen (1.500 m, dat te bereiken is over een smalle, 13 km lange bergweg met max. hellingspercentage van 12%). Hoog boven de Finsingbach gaat de weg naar deze achter in de Finsinggrund gelegen hotelkolonie. Met ‘Kleinbussen’ wordt tussen Fügen en Hochfügen een busdienst onderhouden. Tegenover Fügen ligt op de andere oever van de Ziller het kleine Hart (666 m; 1.200 inw.) knus rond zijn barokke kerk. Een aardig wandeldoel is er de Harter Kapelle boven het dorp en de Haselbacher waterval, iets zuidelijker in een zijdalletje van de Ziller. Van Fügen gaat de Spieljochbahn naar het bergstation op 1.865 m.
Ried (572 m; 650 inw.), niet te verwarren met Ried in het Oberinntal, is ook al zo’n rustige vakantieplaats. Het dorpshart ligt iets van de weg en het station bevindt zich hogerop tegen de helling van de Riedberg. De uivormige kerktoren wijst u de weg. De beek van het dorp, de Riedbach, komt met enkele watervalletjes omlaag naar de Ziller. De huizen van Ried raken aan de zuidrand de eerste huizen van Kaltenbach (558 m; 750 inw.), een dorp met hetzelfde karakter als Ried, misschien iets drukker. Ook hier loopt een bergbeek, die even boven het dorp in de bossen de rustieke sfeer met een waterval verhoogt. Vanuit Ried en Kaltenbach gaat een bergweg omhoog, die aansluit op de Zillertaler Höhenstrasse. Aan die weg ligt hoog boven Kaltenbach de Kaltenbacher Schihütte (1.800 m), er beneden de ‘Forstgarten’, de hoogst gelegen boomkwekerij van Oostenrijk.
Aan de andere kant van de rivier -ver van de grote weg- ontwaart u het dorpje Stumm (554 m; 1.250 inw.), dat naast zijn barokke parochiekerk nog een slot in petto heeft. Dit rood-wit geluikte Schloss Stumm dateert van de 16de eeuw en is een mooi voorbeeld van een Tiroler heerlijkheid (niet toegankelijk). Stumm is de toegangspoort tot de kloof van de Märzengrund (Merzengrund; half uur lopen) met zijn vele watervallen.
Zell am Ziller
Doordat het op het snijpunt ligt van twee belangrijke wegen, te weten de weg naar Mayrhofen en de even drukke pasweg naar het Gerlostal, is Zell am Ziller (580 m; 1.900 inw.) een drukke plaats. Voor het verkeer is er een omleidingsweg aangelegd, zodat het dorp wat ontlast wordt. Op de plaats waar in de 7de eeuw een sobere kluizenaarswoning (Zell) stond, staat nu de roze parochiekerk van Zell, die diverse malen is verbouwd.Nu is het één van de belangrijkste barokkerken van Tirol. In de achthoekige koepel zijn fresco’s te zien die in 1779 gemaakt zijn door Franz Anton Zeiller uit Reutte.
Er strijken heel wat vakantiegangers in het op de rechteroever van de Ziller liggende dorp neer, waar mooie wandelingen te maken zijn. Bijvoorbeeld naar het witte koepelkerkje Maria Rast (18de eeuw), dat met rode torentjes gesierd is. Het stucwerk en de plafondschilderingen zijn van de hand van de Wessobrunnermeester J.M. Schmutzer. Dit bedevaartkerkje staat vlak bij de weg die zich omhoog slingert naar het Gerlostal, op de Hainzenberg waar vroeger een goudmijn was. Het is moeilijk te zeggen wat daar mooier, het kerkje of het uitzicht.
Maar één ding staat vast: het allermooiste uitzicht bij Zell geniet u vanaf het zonneterras van alpengasthof Gerlosstein (1.682 m) aan het eind van de Gerlossteinbahn, die zijn dalstation aan de weg in het Gerlostal bij Hainzenberg (kaasmakerij en Tierpark) heeft. Van het bergstation komt de Arbiskogel (1.830 m) binnen bereik. Boven dit prachtige, om zijn flora bekende gebied verheft zich de karakteristieke, steile Gerlossteinwand (2.166 m), vanaf het bergstation in 1u30 à 2u te bereiken. Aan de noord-oostkant van Zell gaat een weg naar de elektriciteitscentrale van de Gerloskraftwerke. Van die weg gaat de Grindlalmbahn naar de Grindlalm met Gasthof (1.150 m). Vandaar gaat een smalle weg naar het mooie uitzichtpunt Enzianhof-Gerlosberg (ook per auto of bus bereikbaar). Van Zell uit gaat de Kreuzjochbahn naar de Wiesenalm en naar de Rosenalm aan de voet van de Kreuzjoch.
De grootste toeloop heeft Zell am Ziller waarschijnlijk op de eerste zondag in mei, de dag van het eeuwenoude Gauderfest (sinds 1664). Behalve van folkloristische optochten valt er die dag te genieten van volksdansen, worstelen (Preisrangeln), dierengevechten (hanengevechten, gevechten tussen rammen) en van Gauderbier (20%) en Gauderwurst.
Gerlostal
De Gerlosstrasse voert vanuit het Zillertal het dal binnen. Sinds de 13de eeuw was deze weg voor het handelsverkeer tussen het Salzburgerland en Italië van belang. De weg over de Gerlospas (1.507 m) was toen niet meer dan een muildierpad. In 1912 werd de oude pasweg uitgebreid, maar reeds vijftig jaar later was die smalle, 2,5 à 3 meter brede weg niet meer voor het verkeer te gebruiken en bovendien in de winter afgesloten. De smalle weg -naar de eenzaam gelegen Gasthof Ronach vlak bij de pas ook wel Ronachweg genoemd- vraagt van de autobestuurder ervaring met rijden in de bergen (verboden voor auto met caravan). Uitwijkplaatsen langs de weg zijn aangegeven door rood-witte paaltjes en het deel met hellingspercentage van 16% ligt boven Wald (Salzburgerland), waar deze oude pasweg in het Pinzgau uitkomt op de nieuwe Gerlosstrasse.
Gerlosstrasse Omdat die oude pasweg niet meer voldeed werd van Salzburger zijde in 1962 de nieuwe Gerlosstrasse aangelegd, uitgevoerd door de bouwer van de Grossglockner Hochalpenstrasse in Midden-Oostenrijk Dpl. Ing. Franz Wallack. De eigenaar van deze 7,5 m brede weg, de Grossglockner Hochalpenstrasse A.G., heeft er een tolweg van gemaakt en de tolhuizen staan even boven Krimml en nabij de weg die omhoog gaat naar de oude pashoogte. Tot nadere datum is het weggedeelte van Zell am Ziller tot de Gerlospas voor auto’s met caravan gesloten. De Gerlosstrasse ligt iets zuidelijker dan de oude pasweg, onder de grasbegroeide Gerlosplatte met als hoogste punt de Filzsteinalpe (1.628 m). Tussen deze alm en de lager gelegen Schönmoosalm (1.384 m) is het hellingspercentage 9%. Bij Zell am Ziller klimt de Gerlosstrasse met bochten van maximum 8% omhoog over de Hainzenberg, met het aardige kapelletje Maria rast en voorbij het beginstation van de zweefbaan naar de Gerlosstein (1.682 m).
Beneden stroomt in de nauwe Gerlosklamm de Gerlosbach, waarvan het water bij het gehucht Gmünd opgestuwd is tot het stuwmeer Speicher Gmünd. Ook bij Gerlos ligt een stuwmeer: Durlassboden Speicher, dat zich achter een enorme damwand uitstrekt. De elektriciteitscentrales die al de door het water opgewekte energie moeten opvangen en verwerken staan bij Gerlos en Zell am Ziller. De grens tussen het Land Tirol en het Land Salzburg loopt dwars door het meer.
Achter in het Wildgerlostal wordt het panorama afgesloten door de wilde pracht van de Wildgerloskees, met er boven de verijsde toppen van de Wildgerlosspitze (3.280 m) en de Reichenspitze (3.260 m). Even eerder heeft u bij het dorp Gerlos een blik kunnen werpen op de Schönachkees, de gletsjer die in het zuiden het fraaie Schönachtal afsluit.
Gerlos (1.246 m; 800 inw.) is geen onbekende meer bij Nederlanders. Vooral bij wintersporters staat dit doorsnee Tiroler dorp in de belangstelling, maar ook voor zomergasten is er genoeg te beleven: de kabelbaan van de Isskogelbahn naar de Ebnerfeldaste (1.876 m), de Königsleitenbahn vanaf de Gerlospass en de Fürstalmbahn tussen Gmünd en Gerlos brengen de vakantieganger in prachtige wandelgebieden.
De Gerlosstrasse gaat boven het stuwmeer langs richting Krimmler Fälle. In een witte nevel komt daar de grootste waterval van de Ostalpen in drie trappen, met een totale lengte van 400 m, omlaag. Van het parkeerterrein Trattenköpfl en het lager gelegen parkeerterrein Burgwaldwiese (1.096 m) gaat een voetpad naar de watervallen.
Het Zillertal ten zuiden van Zell
Vier kilometer ten zuiden van Zell ligt iets van de weg af het kleine Ramsau, tegen de helling van de zachtglooiende Ramsberg, waartegen de Ramsberglift omhoog voert naar de Rastboden op 1.380 m hoogte (zonneterras; café-restaurant). Aan de overkant van de rivier ligt bezijden de grote weg het iets grotere Hippach (600 m; 650 inw.).
Van Hippach gaat de smalle, steile Zillertaler Höhenstrasse met slingers omhoog. Een bus onderhoudt over deze weg een dienst met de Gasthof Mösl. Even boven deze weg ligt diep in de Zillertaler Alpen de Rastkogelhütte (2.124 m), het doel van vele wandelaars. In Hippach is de Wurzelschnitzerei (kunstzinnig bewerkte boomwortels; een in Tirol geliefde bezigheid) en de Mineraliensammlung van Studio Alte Mühle in het dorpsdeel Bühel te bezichtigen. Op deze hoogte in het dal heeft men prachtig zicht op de het Zillertal afsluitende bergen van de Tuxer Voralpe, de Zillertaler Alpen en de Gerloser Berge.
Mayrhofen
Even verder ligt het altijd even drukke Mayrhofen (630 m; 3.200 inw.), internationaal toevluchtsoord van duizenden vakantiegangers. Op de ranglijst van de drukst bezochte vakantieplaatsen van Oostenrijk neemt het de zevende plaats in. Van een oord dat slechts bekend was bij fervente alpinisten is Mayrhofen geworden tot het dynamische, zakelijke en sportieve centrum van het dal. Tot een oord, dat van vele markten thuis is, zijn gasten goed verzorgt in specifiek Tiroler hotels en pensions of bij de mensen thuis, want elk huis in Mayrhofen verhuurt wel enkele kamers aan toeristen. Aan drie dingen heeft Mayrhofen zijn roem te danken: aan het Penkengebied; de Zillertaler Gründe, dat prachtige kwartet van dalen in de hoge Zillertaler Alpen; en de internationale zomercursussen van de Innsbrucker universiteit (Oostenrijkse cultuur, taal, muziek en geschiedenis).
De namen Mayrhofen en Penken zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden. Reeds jarenlang oefent het ten westen van Mayrhofen liggende Penkengebied, dat een beschermd natuurgebied is met prachtige alpenflora, een magische aantrekkingskracht uit op duizenden toeristen. De bergwandelaar geniet met name van de afdaling naar Finkenberg in het Tuxertal met onderweg uitzicht op de schitterende Zillertaler Alpen. Het Penkengebied is behalve vanuit Mayrhofen ook vanuit Finkenberg per zweefbaan te bereiken. Maar niet alleen naar de Penken zweeft een baan omhoog. Ook naar de Filzenboden (1.950 m), een uitloper van de Ahornspitze (2.976 m), de achtergrondberg aan de zuidoostkant van Mayrhofen, in de verstilde bergwereld van de Zillertaler Gründe. In de hal van het Europahaus te Mayrhofen staat een grote maquette opgesteld die van die bergwereld een uitstekend beeld geeft.
Zillertaler Gründe
Een groot deel van de toeristische belangstelling voor Mayrhofen is te danken aan de nabijheid van de Zillertaler of Ziller Gründe. Gründe zijn de steile, hooggelegen dalen, die tot diep in het hooggebergte doordringen en de ongekende pracht van eeuwige sneeuw en gletsjers dicht naderen. Het decor van deze Gründe wordt gevormd door vele Dreitausenders, bergreuzen boven de 3.000 m zoals de Grosse Mösele, de Hochfeiler (de hoogste berg van de Zillertaler Alpen) en de Schwarzenstein, alle drie op de grens met Italië. Het drukst bezocht is de als een hotel zo grote Berlinerhütte (2.040 m) aan het eind van de Zemmgrund, die te midden van de gletsjerwereld aan de voet van de Schwarzenstein staat. Op de bodem van de dalen snellen gletsjerbeken voort, af en toe door de rotswanden gedwongen tot een tuimelende waterval (Stilluppgrund).
Van een groot aantal beken wordt de waterkracht omgezet in energie. Dat gebeurt met het water van de Stillupp-, de Floiten-, de Zemm- en de Zamserbach. Het wordt hiertoe opgevangen in door hoge dammen opgestuwde meren, die het karakter van de dalen volkomen veranderd hebben. De Zillertaler Gründe laten we van oost naar west de revue passeren. Eerst de Zillergrund, dan Stilluppgrund en Zemmgrund met Zamsergrund.
Zillergrund
De Zillergrund dankt zijn naam aan de in het gebied van de Dreiecker (2.892 m) ontspringende Ziller. Circa 200 m voor Mayrhofen gaat linksaf een tolweg via een 2,5 km lange tunnel naar de Zillergrund.
Op de noordelijke oever van het riviertje ligt het idyllische bergdorpje Brandberg (1.092 m; 350 inw.) met mooi uitzicht op het nauwe, beboste dal in de diepte en de spitse Ahornspitze (2.976 m) aan de overkant. Een pad leidt naar het bekoorlijke Brandberger kapelletje, dat ook te voet vanuit Mayrhofen in 45 minuten te bereiken is. Achter het dorp verrijst in het oosten de Brandbergerkolm (2.700 m), met aan de rand van de Brandberger Kar de gelijknamige berghut (1.842 m). Langs de weg door de Zillergrund liggen enkele ‘Wirtshäuser’ en de weg eindigt bij Wirtshaus in der Au (1.269 m), aan het ontmoetingspunt van Ziller en Sunderbach (te voet vanuit Mayrhofen 3u30). De weg eindigt bij het Wirtshaus Bärenbad (1.449 m). Vandaar is het drie uur lopen naar de hoog in de bergen van de Reichenspitzgruppe (op de grens tussen Tirol en Salzburg) liggende berghut Plauener (2.365 m).
Stilluppgrund
Ten zuiden van Mayrhofen kromt zich de Stilluppgrund de bergen in (niet vrij toegankelijk voor gemotoriseerd verkeer). In het begin van het kloofachtige dal liggen enkele donderende watervallen. Bij het Wirtshaus Wassertall (1.108 m) heeft het dal een gedaanteverwisseling ondergaan. Het water van de Stilluppbach wordt er door een hoge aarden dam opgestuwd tot een smal 2,2 km lang meer, dat Wochenspeicher Stillupp heet. Door kilometerslange ondergrondse leidingen gaat het water naar de elektriciteitscentrale bij Mayrhofen. Langs de weg door het dal liggen enkele Wirtshäuser. Helemaal achter in het dal, daar waar de weg eindigt, staat de Grüne Wandhütte (1.438 m; 4 uur van Mayrhofen) en nog eens twee uur hoger de Kasselerhütte (2.177 m; ’s zomers).
Zemmgrund
Voorbij de toegang tot de Stilluppgrund splitst de weg zich. Westwaarts gaat hij het Tuxertal in en zuidwestwaarts volgt hij stroom op de Zemmbach, die dit dal zijn naam van Zemmgrund heeft gegeven. Het is een voor het overgrote deel nauw dal, dat dieper de bergen in (na Kaserler Alm) vriendelijker van karakter is dan in het begin, waar de beklemmende Dornaubergklamm ligt. Achter in het dal rijst confronterend de indrukwekkende muur van de Schlegeisjahresspeicher op, onderdeel van de Zemmkraftwerke. Aan het begin van het dal zijn ook al de gevolgen van de grootscheepse werkzaamheden duidelijk zichtbaar. Ten behoeve van de Zemmkraftwerke is de weg door de Zemmgrund verbreed en uitgebreid en voorzien van enkele ‘kunststukjes’ als de 2,6 km lange tunnel in de Harpfenwand (na de Felbertauerntunnel de langste wegtunnel van Oostenrijk) en de 400 m lange Zehnenbrücke en enkele lawinegalerijen. De weg eindigt bij de dam van het stuwmeer, maar er bestaan plannen hem door te trekken naar de Pfitscher Joch, om zodoende de oude verbinding tussen Oostenrijk en Italië via deze pas in ere te herstellen. Reeds in de 13de eeuw vormde deze route een belangrijke schakel in het handelsverkeer tussen Salzburg en Italië.
In de Dornaubergklamm wordt de weg via bruggen en lawinegalerijen over de rivier en door het nauwe dal geleid. Voorbij nog twee Gasthöfe -Karlsteg en Gamsgrube (te voet vanuit Mayrhofen in 1u45 te bereikbaar)- ligt het enige dorp van dit prachtige berggebied Ginzling (999 m; 500 inw.), ook wel Dornauberg genoemd. Het wordt in beide seizoenen bezocht en is uitermate geschikt als startpunt voor bergtochten. In het voorjaar wordt het skiterrein verlegd naar de Alpenrosehütte (1.871 m) en de grote Berlinerhütte (2.040 m) in het gletsjerparadijs aan het eind van de Zemmgrund.
Bij Ginzling zet de Zemmgrund zich in zuidwestelijke richting voort. Het loont echter zeer de moeite even een uitstapje te maken in de zuidoostwaarts gaande korte, wilde Floitengrund, die eindigt tegen de tong van de Floitenkees, de van de Floitenspitze omlaag komende gletsjer, waarvan het smeltwater naar de Zemmbach wordt afgevoerd door de wildschuimende ‘die Floite’. Aan de rand van de Floitenkees staat de berghut Greizer (2.226 m; ’s zomers bemand; 4-5u van Ginzling).
De oude weg die dieper de Zemmgrund in gaat, is smal en loopt over de linkeroever van de bergbeek langs de Gasthof Leiten naar de Gasthof Rosshag (1.096 m). De brede nieuwe weg gaat over de rechteroever naar de elektriciteitscentrale Rosshag. Na de Kaserleralm krijgt het dal een wat vriendelijker karakter. Op de daarna volgende ‘tweesprong’ ligt de Gasthof Breitlahner (1.251 m; ’s zomers). De Zemmgrund buigt hier af in zuidoostelijke richting en eindigt bij de Grawandhütte (1.640 m; ’s zomers; een half uur verder), de grootste en drukst bezochte hut van de Zillertaler Alpen. Zij staan nabij de gletsjertongen van de Waxeckkees, Hornkees en Schwarzensteinkees. Een bergpad gaat nog hoger de bergen in naar de in de schaduw van de Ochsner (3.106 m) liggende Schwarzsee (2.471 m), anderhalf uur lopen van de Berlinerhütte.
Zamsergrund
Het dal dat zich bij Gasthof Breitlahner westwaarts voortzet, heet naar zijn beek, de Zamserbach, de Zamsergrund. Het is een smal dal met bosrijke hellingen en mooie weitjes waar vee loopt. De (tol)weg gaat nog een stukje voorbij de gigantische wand van het stuwmeer, het is de bedoeling dat hij doorgetrokken zal worden naar de Pfitscher Joch (2.251 m), de aan het eind van de Zamsergrund gelegen pasovergang naar Vipiteno in Italië, die door bergwandelaars veel gebruikt wordt. De 131 m hoge betonnen dam van de Schlegeisjahresspeicher stuwt het water op tot een stuwmeer, dat de hele trogvormige Schlegeisgrund (1.780 m) vult. Het water wordt niet alleen afgevoerd door de Schlegeisbach, maar komt ook via ondergrondse leidingen vanuit de door de Zemmgrund stromende Zemmbach. Vanuit het stuwmeer gaat het eveneens ondergronds naar de halverwege de Zemmgrund staande elektriciteitscentrale Rosshag. De daar opgewekte energie gaat via bovengrondse hoogspanningsleidingen naar de centrales van Mayrhofen en Zell am Ziller.
Tuxertal
Van de Zillertaler Gründe heeft het Tuxertal de grootste ontwikkeling doorgemaakt. Het is het meest toegankelijke dal en bijna het gehele jaar door voert de Gletscherbahn de skiër naar de ijs- en sneeuwwereld onder de Gefrorene Wand. Duizenden toeristen brengen hier hun zomer- of wintervakantie door in de hotels en andere onderkomens van de dorpen Finkenberg (dat op Mayrhofen georiënteerd is), Vorderlanersbach, Lanersbach en Hintertux. Het Tuxertal ligt tussen de Tuxer Hauptkamm in het zuiden en de Tuxer Voralpen in het noorden. Van de eerste bergreeks is de Olperer (3.476 m) de hoogste top, van de tweede de Lizumer Reckner (2.886 m). Door het dal stroomt de niet gestuwde Tuxbach, die met zijn watervallen (onder andere bij Hintertux) de toeristen de nodige bewonderende kreten ontlokt. Hij bestaat bij de gratie van het smeltwater dat afkomstig is uit de sneeuw- en ijswereld, die de indrukwekkende afsluiting vormt van het Tuxertal. Dankzij de bergbanen, die van alle vier de dorpen een tocht in de bergen in vergemakkelijken, kan vanuit verschillende hoeken het bergrijk van het Tuxertal in ogenschouw genomen worden.
Het eerste dorp in het mooie bos- en almenrijke Tuxertal is het tot de gemeente Mayrhofen behorende Finkenberg (839 m; 1.400 inw.). Vanuit Mayrhofen ziet u het reeds liggen, schilderachtig omlijnd door de beboste berghellingen, met op de achtergrond de majestueuze Grünberg (2.867 m). Beneden stroomt de Tuxbach -in de Tuxerklamm overbrugd door de in 1876 gebouwde houten Teufelsbrücke- boven gaat achter de bossen het beroemde Penkengebied schuil. Vanuit Finkenberg gaan de Finkenbergalmbahnen omhoog. Het tussenstation ligt net iets boven de boomgrens (1.750 m) en het bergstation vlak bij het Penkenjochhaus (2.079 m). Altijd weer overweldigend zijn de uitzichten vanaf zo’n grote hoogte.
Zo ook het panorama bij het eindpunt (2.680 m) van de Schrofenbahn, de kabelbaan van Vorderlanersbach (1.254 m; 300 inw.), het dorp dat in de bocht van het dal ligt. In het dorp en boven op de alm staan fraaie, eeuwenoude houten boerderijen in oorspronkelijke staat. In de St. Barbarakapel bevinden zich fresco’s van de moderne kunstenaar Max Weiler.
Bij het familievakantiedorp Lanersbach (1.300 m; 1.000 inw.) zweeft een stoeltjeslift tussen de bomen door omhoog naar de Egg-alm (1.948 m, restaurant) in de schaduw van de Grüblspitze (2.394 m).
Wilder Tux luidt een oude naam voor het achterste deel van het Tuxertal. En inderdaad hoe dieper je het dal in komt, hoe wilder de natuur wordt. Alhoewel dit laatste begrip veel van zijn betekenis verloren heeft, doordat ook hier de mens zijn invloed steeds dieper in het gebergte doet gelden. Waar eens de stilte regeerde ter glorie van de dapperen, die na urenlange, vaak moeizame tochten de hoogten wisten te bereiken, schallen nu de stemmen van uitgelaten toeristen, die per bergbaan tot een hoogte van 3.250 m worden aangevoerd. Daar bevindt u zich in de gletsjerregionen van de Olperer en de Gefrorene Wand. Deze Gletscherbahn vertrekt vanuit Hintertux (1.500 m; 200 inw.), een geliefd vakantieoord, dat reeds een paar eeuwen lang bezoekers trekt. Zo rond 1600 kwamen zij hoofdzakelijk om gezondheidsredenen naar Wildbad Hintertux. De toevoeging Wildbad wijst erop dat Hintertux in het bezit was van een warme bron, die gelegenheid bood tot baden in de openlucht. Dit warme bronwater voedt ook Oostenrijks hoogstgelegen thermaal openluchtzwembad (22 °C), dat in zomer en winter een grote attractie voor jong en oud is. Daarnaast wordt het radiumhoudende water nog altijd ter genezing aangewend.
Ruim 1.000 m boven Hintertux, in de nabijheid van de Hintertuxer Gletscher, bevinden zich de Spannagel Höhle. Dit zijn prachtige grotten die door het smeltwater van de gletsjer zijn uitgesleten in het marmergesteente. Een gids geeft uitleg bij een uur durende rondleiding. De ingang van de grotten bevindt zich op 10 minuten loopafstand van het bergstation (sectie 2) van de Zillertaler Gletscherbahnen, naast de berghut Spannagel Haus.
bron: Wikipedia
Wandelniveau
FYSIEK WANDELNIVEAU 1: LICHTE WANDELREIZEN ◙○○○○
FYSIEK WANDELNIVEAU 2: GEMIDDELDE WANDELREIZEN ◙◙○○○
FYSIEK WANDELNIVEAU 3: SPORTIEVE WANDELTOCHTEN ◙◙◙○○
FYSIEK WANDELNIVEAU 4: ZWARE WANDELTOCHTEN ◙◙◙◙○
TECHNISCH WANDELNIVEAU 1 ◙○○
TECHNISCH WANDELNIVEAU 2 ◙◙○
TECHNISCH WANDELNIVEAU 3 ◙◙◙
FYSIEK WANDELNIVEAU 2: GEMIDDELDE WANDELREIZEN ◙◙○○○
FYSIEK WANDELNIVEAU 3: SPORTIEVE WANDELTOCHTEN ◙◙◙○○
FYSIEK WANDELNIVEAU 4: ZWARE WANDELTOCHTEN ◙◙◙◙○
TECHNISCH WANDELNIVEAU 1 ◙○○
TECHNISCH WANDELNIVEAU 2 ◙◙○
TECHNISCH WANDELNIVEAU 3 ◙◙◙
Logement - comfortniveau
Bijzondere gegevens voor het logement.
COMFORTNIVEAU 1 ◙○○○○
COMFORTNIVEAU 5 ◙◙◙◙◙
COMFORTNIVEAU 5 ◙◙◙◙◙