1. De Zwitserse postbus is reeds van ver hoorbaar wanneer deze drie luide tonen laten weerklinken bij het naderen van een scherpe haarspeldbocht of een andere hindernis waardoor de chauffeur het tegenliggende verkeer niet kan zien naderen. Van welke ouverture zijn deze tonen de eerste noten? Oplossing: de ouverture “Wilhelm Tell” geschreven door Rossini. De knalgele bussen zijn een symbool van veiligheid. Vanaf 1921, toen ze op de weg verschenen is er nooit een ernstig ongeluk mee gebeurd. Organisatie, personeel en materiaal voldoen dan ook aan de allerhoogste eisen. De bussen zijn uitgerust met een zeer krachtige motor en drie onafhankelijke remsystemen. De buschauffeur moet over de volgende capaciteiten beschikken; een degelijke rijbekwaamheid, gezond zijn, een goed karakter en een beschaafde omgangsvorm hebben, minimum twee landstalen kennen (waarbij de PTT hem gratis Engelse les geeft!), beschikken over een degelijke kennis als automonteur, een diploma machinebankwerker op zak hebben en hij mag géén alcohol drinken. Daarbij komt nog dat de chauffeur zeven jaar in dienst moet zijn alvorens hij mag rijden op echte Alpenwegen!
2. Noem minstens 2 meren waar de grens van Zwitserland doorheen loopt. Oplossing: Lac Léman (Meer van Généve), Lago Maggiore, Lago Lugano, Lago di Val di Lei en Bodensee. 3. Luister goed, want het antwoord zit in de uitleg! Zwitserland is een neutraal land, maar heeft daarentegen een vrij goed georganiseerd leger. ‘Iedere jongen wordt als soldaat geboren’ zingt een Zwitsers lied. Op twintigjarige leeftijd wordt de Zwitser stemgerechtigd en dienstplichtig, dus burger en soldaat. De rekruten krijgen een intensieve opleiding gedurende 17 weken en tussen hun 21ste en 23ste jaar worden ze acht maal opgeroepen voor herhalingsoefeningen, die telkens drie weken duren. De onderofficieren worden in die tijd twaalf maal opgeroepen. Zwitserland heeft een volksleger, er zijn weinig beroepssoldaten. Net zoals in de middeleeuwen bewaart de soldaat zijn eigen uitrusting, wapen en munitie thuis, waardoor een snelle mobilisatie mogelijk is. De soldaten tot 32 jaar vormen de kern van het leger. Van 32 tot 42 jaar wordt men bij gevaar in actieve dienst opgeroepen en van 43 tot 50 jaar moet men dan burgerdiensten verrichten. Hoeveel weken in totaal is een gewone dienstplichtige in actieve dienst? Oplossing: 17 weken intensieve opleiding en 8 keer 3 weken herhalingsoefeningen, m.a.w. een totaal van 41 weken.
4. Tijdens de nationale feestdag van Zwitserland wordt er in elk dorp vuurwerk afgestoken en worden grote vuren gemaakt in de bergen. Op het einde van de avond wordt de “Schweizerpsalm” gezongen. Weet jij ook op welke dag deze dag valt? Oplossing: 1 augustus.
5. In welk jaar reed de eerste postkoets over de bergen? Mogelijkheden: 1849, 1869 of 1889. Oplossing: In 1849 holde de paardenpostkoets met brieven en reizigers over de bergpassen.
6. Tussen welke hoogtelijnen vindt men dé bergbloem bij uitstek terug, namelijk Edelweiss (je mag afronden op 500 meter)? Oplossing: Tussen de hoogtelijnen 1700 en 3400 m vindt men dit mooi behaard bloemetje tussen de stenen. Afgerond geeft dit dus tussen de 1500 à 2000 tot 3000 à 3500 meter.
7.Hoeveel liter melk heeft men nodig om 1 kg kaas te maken? Mogelijkheden: 4, 7 of 10 liter. Oplossing: Om 1 kg te maken heeft men 10 liter melk nodig.
8. Vaak zie je gevlekte koeien tussen de bruine koeien lopen. Weet jij waarom de boer dit doet? Mogelijkheden: gevlekte koeien zijn gevoeliger voor ziektes, er zijn twee soorten koeien of om sterke kruisingen te maken tussen de verschillende soorten. Oplossing: Omdat de gevlekte koe gevoeliger is voor ziektes zal deze eerst ziek worden zodat de boer tijdig een veearts kan verwittigen zodat de rest van de veestapel beschermd kan worden.
9. Welke vier talen spreekt men in Zwitserland? Oplossing: Frans (60%), Duits (32%), Italiaans (kanton Ticino) en Raeto-Romaans (in een deel van het kanton Graubünden = regio St.-Moritz en Maloja).
10. Ken jij een vijftal typisch Zwitserse dranken? Oplossing: Almendüdler, Rivella, Walliser Bière, Cardinal, Fendant, Dôle, Johannisberg, Appenzeller, …
11. Welke boomsoort bevindt zich op het allerhoogste punt van de boomgrens? Oplossing: De loofboom komt voor tot een hoogte van 1500 meter, de meeste naaldbomen tot een hoogte van 2100 meter, waarbij op sommige hellingen de lariks, die vooral in het najaar opvalt door zijn goudgele kleur en die ’s winters zijn naalden verliest, vrij algemeen voorkomt. Maar de alpenden of arve (in het Engels ‘Arolla pine’) vindt je terug tot op een hoogte van 2400 meter. Door bundeltjes van vijf naalden is deze te onderscheiden van de grove den en de bergden die hun naalden steeds met twee bijeen dragen.
12. Aan welke flank is de boomgrens het hoogst (noord-, oost-, zuid- of westflank)? Oplossing: Aan de zuidflank staan de bomen opmerkelijk hoger, zo’n 200 meter verschil t.o.v. de noordflank.
13. Welke bergtop is de allerhoogste van Zwitserland? Oplossing: De Mont Blanc die 4.807 meter hoog is, is wel de hoogste bergtop van de Alpen, maar bevindt zich helaas op de grens tussen Frankrijk en Italië. De Dufourspitze die ook grenst met Italië is met zijn 4.634 meter hoogte, toch ook geen klein bergje! De Matterhorn die dezelfde grenslijn volgt is ‘slechts’ 4.478 meter hoog.
14. In welke twee gevallen daalt de luchtdruk? Oplossing: Als we stijgen daalt de luchtdruk (hoogtemeter) en wanneer het slechter weer wordt (cfr. laagdrukgebied op de weerkaarten).
15. Hoe zie je dat je een graanschuur voorbij wandelt? Oplossing: De grote ronde platte stenen verraden dit. Deze dienen om de muizen te weren uit de graanschuur zodat de oogst beschermd wordt.
16. Welke bloem geeft de boer als bewijs van zijn trouw aan zijn vrouw wanneer hij terugkomt na een zomer lang met zijn koeien op de alpenweiden te hebben vertoefd? Mogelijkheden: Männertreu, Alpenaster, Edelweiss, de Gele Gentiaan. Oplossing: Als bewijs van zijn trouw geeft de boer Männertreu aan zijn geliefde.
17. Bij een gletsjertocht wordt je ingebonden in een touwgroep, ook wel cordée genaamd. Weet jij twee specifieke technische zaken die je zoal nodig hebt naast een touw om veilig de gletsjer over te steken? Oplossing: Met een piolet (pikhouweel), boudrier (gordel), schroefmusceton en crampons (stijgijzers) steekt men veilig een gletsjer over. Soms wordt er ook nog een helm opgezet. Daarnaast zijn handschoenen, een muts, zonnecrème met een hoge beschermingsfactor, zonnelipstick en een ultraviolet (UV) beschermende zonnebril, ook wel gletsjerbril onontbeerlijk!
18. Welk armsignaal gebruik je wanneer je géén hulp nodig hebt naar een helikopter? Oplossing: Eén arm omhoog en één arm naar beneden geeft aan dat je géén hulp nodig hebt (middelste lijn van de letter N van ‘No’). Zwaaien met beide armen omhoog daarentegen zal geïnterpreteerd worden door de piloot dat er mensen in nood zijn (de twee benen bovenaan van de letter Y van ‘Yes’).
19. Naast kaasfondue is er nog een typisch Zwitsers kaasgerecht dat heerlijk smaakt met een glaasje witte wijn. Wat is de naam van dit gerecht? Oplossing: Raclette, een halve kaasbol wordt in een raclettetoestel vastgezet en vervolgens wordt de bovenkant verwarmd. Wanneer de kaas voldoende vloeibaar is wordt deze afgeschraapt. Heerlijk met een slaatje, een augurk, kleine ajuintjes, wat geschraapte worteltjes en een aardappel in de schil.
20. Wie heeft er voorrang op een wandelpad of op de bergweg? De stijgers of de dalers? Oplossing: Diegenen die aan het stijgen zijn moeten de meeste energie leveren hebben met andere woorden voorrang. De dalers zorgen dan voor een vrije doorgang door opzij te gaan staan. Opgelet: De enige uitzondering op deze regel is de postbus, die heeft altijd voorrang!
21. Zwitserland telt vijf buurlanden. Ken jij ze allemaal? Ken jij ook de hoofdsteden van deze landen? Oplossing: Frankrijk (Parijs), Duitsland (Berlijn), Oostenrijk (Wenen), Italië (Rome) en Liechtenstein (Vaduz).
22. Wanneer iemand vanuit België naar Zwitserland belt, dan moet deze de landsnummer van Zwitserland intikken op het telefoontoestel. Weet jij de twee cijfers van Zwitserland? Oplossing: ‘41’ is het landsnummer van Zwitserland, maar vergeet eerst niet ‘00’ in te tikken om vanuit België naar het buitenland te kunnen bellen!
23. Ken jij naast de steenbok en de gems nog dieren die enkel in de bergen voorkomen? Oplossing: marmot, steenarend, alpenkauw, alpenkraai, …
24. Van de Gele Gentiaan wordt jenever (destillatie van de vlezige verdikte reservewortels) gemaakt. Ken jij de naam van zijn gevaarlijke bijna gelijke? Oplossing: Dodenwaad of nieswortel wordt gemeden door koeien. Enkel de stand van de bladeren laat een verschil merken. Bij Gele Gentiaan komen er twee bladeren uit één knop terwijl bij Dodenwaad deze geschransd staan.